Waarom (nog) geloven

Geloof heeft het niet onder de markt. Geloven in God, welke god dan ook. In Jezus, in de bijbel. In een betere wereld. In de mens. In iemands goede bedoelingen of kracht tot verandering. Of die iemand nu Steve Stevaert of Barack Obama heet. Vooral de sociale media lijken eerder tempels van cynisme geworden. Van vuilspuiterij, wat in wezen de rituele zang van cynisme is. Moderne beeldenstormen all over the place die alle geloof in welk goeds dan ook aan gruzelementen slaan. Enkel het eigen gelijk blijft overeind natuurlijk. Waarop ik vervolgens niet aanspreekbaar ben. Het is gewoon zo, zoals ik het uitkraam. Hedendaags dogmatisme, waar alles wat daarvan afwijkt wordt gebannen alsof het ketterij is. Brengt National Geographic  een serie over Jezus uit, dan wordt dit gerenommeerd kanaal uitgejouwd, want “iedereen weet toch dat Jezus niet eens bestaan heeft”.

Gelovigen zijn per definitie goedgelovigen, en “dus” gevaarlijk, niet eens zozeer voor zichzelf als wel voor anderen, want voor je het weet blazen “ze” zichzelf op in een winkelcentrum om in de hemel te komen die niet eens bestaat.

Mensen die geloven, durven te beweren dat geloof de wereld beter kan maken. Of het nu door evangelisatie, sociale actie of contemplatie is. Maar daar hebben we geen god voor nodig, zeggen ongelovigen dan. Je kunt toch zo ook wel je afval sorteren of een buurvrouw helpen, zonder dat een god tegen jou zegt dat je dat moet doen.

Wat opvalt in al deze argumentatie over hoe voorbijgestreefd, schadelijk en onzinnig geloven is, is dat de argumenteerders zo goed lijken te weten waar ze het over hebben. Wat geloven is. Het is waar: de perceptie hierover wordt voortdurend gebombardeerd èn geïndoctrineerd door extremiteiten, absurditeiten en polariteiten in de religie, dat wil zeggen in uitwendige expressie van wat men geloof noemt. Net zoals perceptie over liefde sterk bepaald wordt door beeldvorming over seksualiteit als consumptieartikel, dus ook weer uitwendige expressie in een bepaalde richting. In werkelijkheid zijn zowel geloof, liefde als hoop (om dit samenhorende trio te noemen) kwetsbaar. Logisch dat mensen zoveel kwetsbaarheid inkapselen met vormen die je verwart met wat ze willen uitdrukken. Maar achter al die onhandige vormgeving, zelfs achter die vuilspuiterij en dat cynisme, schuilt iets kwetsbaars. Anders zou het er niet zo heftig uit komen. Angst, woede, eenzaamheid, verlorenheid, vergeefsheid, verlangen, hoop.

En hoop doet leven.

Dat geloof ik. En daarom geloof ik.

Petra Schipper

 

One thought on “Waarom (nog) geloven

Leave a comment